dinsdag 19 januari 2010

Verhaaltje

Zaterdagmorgen, we liggen nog te reuzelen in bed. Langzaam ontwaken met een pot koffie en wat leesvoer. Anthony slaat die opstartfase echter helemaal over. Zodra hij wakker is, wil hij spelen en donderjagen. Liefst bij papa en mama op het grote bed. Daar ben ik met m’n duffe kop nog niet aan toe. "Vriend, kun je niet even met de Playmobil gaan spelen? Of maak anders een mooie tekening voor mama."

Dat werkt. Toon rent naar de speelgoedkast voor de dikke stiften, en naar de printer voor een A4tje. Even later is hij druk aan het tekenen. Goed zo, vrije expressie. Op de Afrikaner kleuterschool gaat het er vaak erg sturend aan toe. 'Jullie kleuren nú allemaal het dak róód.' Dat idee.

"Kijk mama!" Hij komt trots laten zien wat hij heeft gemaakt, wijst met z’n bruine vingertje. "Deze mevrouw is helemaal rood, want ze is boos. Het is een witte mevrouw net als jij, mama, met lange haren." Ik vraag waarom ze boos is. "Nou, omdat ze in de gevangenis zit. Want ze had een baby’tje afgepakt. Dat baby’tje had hele kleine krulhaartjes. Net als ik. En toen moest ze het kindje teruggeven aan de moeder die bruin was."

Op slag ben ik klaarwakker van alle alarmbellen die als gekken afgaan in mijn adoptiemoederhoofd. Gottegot, hier voltrekt zich een Wezenlijk Adoptie Moment, en het is van het allergrootste belang hier pedagogisch juist op te reageren. Koortsachtig probeer ik de nuttige tips uit het handboek ‘Wereldkind, praten met je Adoptiekind’ op te graven, maar het enige wat boven komt, is openvragenstellenOPENVRAGENSTELLEN!

"Ehhhhh... Waarom deed die witte mevrouw dat?" "Nou, omdat ze zelf geen baby’tje had en ze wou altijd een baby’tje." "Enne, wat zei die bruine moeder dan?" Maar Anthony besluit dat het nu mooi geweest is. Hij bergt de tekening met een gedecideerde klap op in de la van het nachtkastje. "De rest vertel ik morgen. Dan ga ik verder tekenen."

De hele dag spookt het voorval door m’n hoofd, ronddansend met begrippen als creatieve therapie en verwerkingsproces. Hoe pakken we dit aan? Sturen? Loslaten?

Als het bedtijd is, lees ik Anthony een verhaaltje voor. De twee trolletjes op het plaatje zien er een beetje griezelig uit. "Maar trollen bestaan niet echt hoor. Alleen in verhaaltjes", stel ik hem gerust.
Terwijl hij in z’n pyjama tegen me aan hangt, waag ik een poging. "Heb je al bedacht wat je verder nog gaat tekenen? Van de mevrouw die dat baby’tje had gestolen? Want deze mama heeft óók een bruin kindje gekregen. Maar wij hebben jou niet gestólen, Toon. Dat weet je toch?"
Hij reageert met een verveelde zucht. "Maar mama, het was maar een verhááltje, hoor!"

(Column Seuntjie in De Gelderlander, 16 januari.)


PS:
Ik word momenteel erg chagrijnig van alle negatieve reacties op internet over het bericht dat Nederland ruim 100 Haïtiaanse adoptiekinderen versneld naar Nederland laat komen. 'Munt slaan uit chaos', 'verkapte kinderhandel', 'kinderwens gaat boven hulp' en wat dies meer zij. Het gaat voor het overgrote gedeelte om kinderen van wie de adoptieprocedure sowieso al was afgerond, alleen de reisdocumenten ontbraken nog. Buitenlandse adoptie gebeurt nu al vrijwel uitsluitend als laatste redmiddel, wanneer kinderen niet ondergebracht kunnen worden bij familie of bij een adoptiegezin in het land zelf.

En ja, buitenlandse adoptie ís ingrijpend voor een kind - zeker als dat bovendien net zwaar getraumatiseerd is door een aardbeving. Maar moet je ze dan daar laten zitten, in de chaos van een toch al straatarm land, zonder eten, zonder drinken en zonder basisveiligheid?

Natuurlijk zou het het mooiste zijn als elk kind kon opgroeien in z'n eigen land en bij zijn eigen liefdevolle ouders of familie. Zelfs al zijn die arm als kerkratten. Maar als dat om welke reden dan ook niet haalbaar is, en er zijn elders in de wereld ouders die het kind graag en met liefde willen opnemen: niet zeuren!

Ik zeg niet dat adoptie altijd de perfecte oplossing is. Er gaat heus genoeg mis. Maar dat geldt ook voor gezinnen met biologisch eigen kinderen. Elk kind is uniek en je krijgt er nu eenmaal geen handboek bij. Opvoeden is een uiterst complexe taak en ik denk dat er geen ouder is die daarin nooit fouten heeft gemaakt. Zo is het leven! En veel belangrijker dan 'alles goed doen', is: onvoorwaardelijk houden van. En de adoptieouders die ik ken, die doen dat. Zeker weten.

Geen opmerkingen: