maandag 28 januari 2008

Aan gene zijde van Beitbridge








Zo! Ginus is weer thuis. Vier dagen op sjouw geweest door Zimbabwe, samen met Deon en zijn pa, ome Dan. Verschrikkelijk lieve mensen ontmoet van de Nederduitsch Hervormde kerk in Zim, veel gezien en gedaan en gelukkig zonder al te veel problemen rondgetoerd aan gene zijde van Beitbridge, de grensovergang tussen Zuid-Afrika en Zimbabwe. Voor wie de puf heeft, volgt hier een uitgebreid verslag!!

Donderdagochtend vroeg vertrokken uit Pretoria, met de nagelnieuwe Nissan XTrail van Deon en een aanhangwagentje met voedselpakketten erachter.
Bij de grensovergang in Beitbridge was het een drukte van belang. Aangezien er in Zim eigenlijk niks meer is te krijgen, doen Zimbabwanen als ze de kans hebben (en beschikken over buitenlandse valuta) boodschappen in Messina, net over de grens in ZA. Daar worden de bakkies tot de nok toe volgestouwd met allerhande kruidenierswaren, zoals boter, zeep, meel en toiletpapier. Alhoewel je bij gebrek aan toiletpapier ook briefjes met Zimbabwaanse dollars zou kunnen gebruiken: 100.000 Zimdollar is ongeveer gelijk aan één eurocent. De inflatie wordt in januari geraamd op 150.000 procent - 64 % per dag!

Bij de grens begon aan de Zuid-Afrikaanse kant al het gerommel: Deon moest bij een security-chekpoint een formulier tonen wat hij niet had (en wat ook nergens voor nodig was), maar voor een vers brood van de Spar kon-ie zo doorrijden. Onze dominee Du Toit had met vooruitziende blik al de nodige losse artikelen in de auto klaar liggen…

Eenmaal aan de Zimbabwaanse zetten we koers naar één van de laatste blanke boerenfamilies van Zimbabwe die nog zijn blijven zitten: ‘oom’ Johan en ‘tannie’ Hanna, onze eerste overnachtingsplek. Onderweg slechts één corrupt politie-roadblock tegengekomen. We werden staande gehouden en bleken niet over de ‘vereiste witte reflectoren’ te beschikken. Met twee broden en een paar blikken bonen kon Deon de zaak afkopen, en al slingerend tussen de potholes doorrijden naar Johan en Hanna.

Onderweg zie je vooral veel ezelkarren (voordeel: daar hoeft geen benzine in) en voetgangers/kruiwagenduwers en een enkele fietser. Benzine is schaars en eigenlijk alleen nog te krijgen als je met ZA Rand betaalt en een connectie hebt met de pompeigenaar. Illegale benzine wordt ook wel aangeboden, maar is veelal aangelengd met water of andere rotzooi en dat is niet zo best voor de motor.

Om een uurtje of zes waren we op de boerderij. Oorspronkelijk was die 7.000 hectare groot, maar dankzij Mugabes landhervormingspolitiek hebben ome Johan en zijn zoon Jan (twee vleesveebedrijven in maatschap) samen nog 4.000 hectare bushveld en een koppeltje vleesvee over. De rest van het land is zonder enige compensatie door de staat afgenomen, en uitgedeeld aan nieuwe zwarte settlers. Zo’n 100 gezinnen kregen elk een stukje grond (een plot) toegewezen op het bedrijf, en nog eens 30 gezinnen leek dat ook wel wat en die zijn er illegaal bij komen zitten.
Al die nieuwe keuterboertjes spitten met de hand of met de ossenploeg hun lapjes grond om, ter grootte van een fikse moestuin, en proberen daar dan mais of katoen op te telen en wat vee te houden (zie foto). Die manier van landbouwen levert misschien net genoeg op om het eigen gezin net in leven te houden, maar economisch gezien stelt het natuurlijk niks voor. Het is te kleinschalig om lokaal te verkopen, laat staan te exporteren, en dat is één van de belangrijkste oorzaken voor het ineenstorten van de Zimbabwaanse economie. Vroeger hadden de 4.600 blanke boeren 70 procent van de grond in hun bezit en was Zimbabwe een netto-voedselexporterend land en genereerde die export veel buitenlandse valuta. Nu zijn er nog zo’n 230 blanke boeren over, die nog een klein gedeelte van hun oorspronkelijke bedrijf in handen hebben. Daar kan de schoorsteen in Zim niet van roken…
Johan en zijn zoon boeren nu maar voort, zuiver om aan te tonen dat ze nog in bedrijf zijn, en in de hoop het bedrijf voor de toekomst te kunnen behouden. Want wie opgeeft, is het bedrijf kwijt.

Anyway, bij Johan en Hanna aangekomen bleek dat het plan was om bij hun zoon aan de andere kant van het bedrijf te gaan braaien. Het klonk alsof dat vlakbij was, dus zijn we zonder enige bagage met z’n allen bij oom Johan in het bakkie gekropen. Het bleek echter nog zeker dertien kilometer, ofwel drie kwartier hotseknotsen over een zandpad, voordat we er waren. Onderweg twee rivieren overgestoken. Ondanks de regen lekker gebraaid (eigengeschoten struisvogel) en om een uur of negen weer teruggereden.

Echter, door de regen was de rivier die eerst nog kalmpjes onder het betonnen oversteekpad door was gestroomd, in een paar uurtjes flink gezwollen. Hij kolkte er nu snel en woest over de betonnen bak heen. Via de reguliere weg ging het dus niet lukken met het bakkie.
Maar oom Johan wist nog een alternatieve route - wel een beetje om en hij had het ook in geen jaren meer gereden - maar goed. Het eerste stuk van dat zandpad ging nog redelijk, maar het tweede pad was één spekgladde modderbende. Binnen de kortste keren raakten we in een slip en hingen we scheef en muurvast in de modder. Het bakkie (alleen achterwielaandrijving) kon niet meer voor- of achteruit. Tien uur ’s avonds, pikdonker, geen bereik met de mobiele telefoon - ernstig rimboe! - en geen levende ziel in de buurt. Alle opties afgewogen, maar het leek het verstandigste om maar met z'n allen in het bakkie het daglicht af te wachten…

En zo heb ik mijn eerste nacht in Zim slapeloos doorgebracht, met vijf personen in een scheefhangend bakkie, uitermate ver weg van de bewoonde wereld, in de regen, warm en vochtig, met muskieten en kramp in alle ledematen!!

Maar het werd uiteindelijk weer dag, en met hulp van een stuk of tien locals en een span van vier ossen (of eigenlijk één os, een koe en twee pinken) is de boel op een zeker moment weer vlotgetrokken. Zie de foto’s, gemaakt met Deon z’n mobiel.
Nou alleen nog hopen dat de mozzies die nacht niet de malariaparasiet hebben overgebracht (er komt daar de laatste tijd wel malaria voor) en dan sal alles wel regkom.

Mensen, wat was ik blij toen we uiteindelijk om een uur of acht weer bij de boerderij van Johan en Hanna waren!! Na het ontbijt nog een flink gat in de dag geslapen…
Ome Johan en tannie Hanna zijn ontzettend lieve mensen, die me in die korte tijd zeer dierbaar zijn geworden. Jammer dat we niet meer tijd met hen hebben kunnen doorbrengen -op de boerderij dan, en niet in de bakkie!. Het zou mooi zijn om daar eens een fotoreportage te maken. Ze leven nog net zoals in 1960 eigenlijk, met hun houtgestookte emaille fornuis (zie foto), de jachttrofeeën aan de muur en hun zwarte mannelijke bediende die de schoenen poetst en de tafel dekt. Dit soort taferelen gaat echt verdwijnen…

Zaterdagochtend vroeg zijn we weer verder gereden, op weg naar de eindbestemming in Bulawayo. Onderweg nog het Great Zimbabwe Monument bezocht. Dat bestaat uit ruïnes uit een oude beschaving die dateert uit plusminus 1.200 na Christus. De bouwwerken zijn opgetrokken uit uitgehakte grijze stenen van baksteenformaat, die zonder enige soort van specie of cement zijn opgebouwd, of liever opgestapeld. Heel apart om te zien. Eén deel bestaat uit een hooggelegen fort, en het andere deel is waarschijnlijk een soort van tempel geweest. Jammergenoeg miezerde het nogal, maar het was zeker de moeite waard! Ik kan nu in elk geval een van de verplichte toeristendingen in Zimbabwe afvinken.

Vervolgens doorgereden naar Bulawayo, de tweede grote stad van Zimbabwe. Daar moest Deon ’s zondags preken. De Nederduitsch Hervormde kerk in Zimbabwe is te klein geworden om eigen predikanten te bekostigen. Veel leden zijn de laatste paar jaar vanwege de slechte economsiche situatie geëmigreerd, en daarnaast is er sprake van ontkerkelijking en vergrijzing. In feite zijn er nog 12 NH-gezinnen in Bulawayo, en nog een paar meer in de hoofdstad Harare.
De Zuid-Afrikaanse moederkerk regelt nu sinds een paar jaar dat er één keer per maand twee dominees naar Zim gaan. De ene preekt dan in Bulawayo, de ander in Harare. Sinds het laatste jaar worden de kerkleden ook praktisch ondersteund met voedselpakketten. Dankzij de kratten met kruidenierswaren komen ze de maand dan weer door.

In Bulawayo hebben we geslapen bij tannie Martie en oom Hendrik Bool. Ook schatten van mensen die zelf weer druk in de weer zijn met het verzorgen van ouden van dagen in vier tehuizen in Bulawayo. Het pensioen van die bejaarde mensen is absoluut ontoereikend, en met hulp van een christelijke organisatie uit buurland Botswana kunnen Martie en Hendrik maandelijks inkopen doen in Francistown in Botswana. En zo krijgen ruim honderd gebrekkige bejaarden in vier tehuizen tenminste nog eens iets anders te eten dan de dagelijkse stijve mieliepap en gekookte kool...

Het leven in Zimbabwe is ook voor Martie en Hendrik niet makkelijk. Gedurig komt er gen water uit de kraan en valt de stroom uit. Dus sukkelen ze maar met kaarsen en bakken water en staat Martie soms ’s nachts op om de was te doen. Ze hebben een deel van de tuin ondertussen in gebruik als moestuin en eten dus als aanvulling op de Zuid-Afrikaanse pakketten hun eigen uien (zie foto), suikermais, aardappelen en pompoenen. Urban farming heet dat…

Tja, Zimbabwe. Een ongelofelijk mooi en vruchtbaar land, maar ondertussen lijden wel 3 van de 12 miljoen mensen honger, en zijn er al 4 miljoen sneaky de grens overgegaan naar Zuid-Afrika in de hoop op een beter leven. Maar als je in Zimbabwe maatjes bent met Robert Mugabe, kan alles. Het partijkader laat luxe huizen bouwen aan de rand van Bulawayo en ik heb zelfs een hele blitse Hummer zien rondrijden!
De mensen die nog in Zimbabwe blijven, ondergaan de hele situatie gelaten. Eind maart zijn er weliswaar weer presidents- en parlementsverkiezingen, maar Robert Mugabe en zijn overheersende Shona-clan zijn al sinds 1980 de baas en ze zullen ook deze keer wel weer de verkiezingsuitslag naar hun hand weten te zetten, vermoeden de Zimbabwanen. Veel hoop op een machtswisseling is er in elk geval niet. En men hecht ook weinig waarde aan de ‘democratische verkiezingen’. Of zoals een kerkganger in Bulawayo het uitdrukte: “Oh, well, elections in Africa, that’s just another joke…”

xxx Gien

dinsdag 22 januari 2008

Zwaluw #2


Vandaag kwam de Prince of Darkness weer langs en zaten we wederom een paar uur zonder stroom. Net na 16.00 uur ging het licht uit. Omdat we toch niet konden koken (elektrisch fornuis, het wordt nu toch tijd voor iets van campinggaz) van de nood een deugd gemaakt en met onze Suthu-buurtjes gebraaid.
Buurvrouw Theo vertelde nog dat we ons erg gelukkig mochten prijzen met het zwaluwnest boven de voordeur: voor (zwarte) Afrikanen is dat een symbool van heel veel geluk. "Ze willen voor zo'n nestje wel 1.000 rand betalen", aldus Theo. Dat heeft te maken met de speciale klei die de vogeltjes gebruiken, en met het feit dat ze jóuw huis hebben uitgekozen. Mooi laten zitten dus!! Beetje geluk kunnen we wel gebruiken.

Zeker nu ik de komende dagen met Deon mee op reis ga naar Zimbabwe. De Nederduits Hervormde kerk van Deon ondersteunt een zustergemeente in Bulawayo, de tweede grote stad van Zimbabwe. Dat land balanceert op de rand van de afgrond dankzij de landhervormingen van president Robert Mugabe. Die heeft sinds 2000 ongeveer 4.000 van de 4.600 blanke boeren onteigend en het land teruggegeven aan de autochtone bevolking. Op zich een nobel streven, maar met twee ossen voor de ploeg en zonder kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen schiet het natuurlijk niks op. Het land is de afgelopen acht jaar van een netto-voedselexporterende natie teruggevallen tot de bedelstaf, met 's werelds hoogste inflatie van naar schatting 150.000 procent in januari.
Er is aan ongeveer alles gebrek en de Hervormde kerk van Pretoria gaat nu geestelijk en fysiek voedsel uitdelen in Zim. Deon zal ook voorgaan in een kerkdienst, onder meer in een nogal conservatieve huisgemeente op een afgelegen boerderij. Eens kijken of ik nog moet knielen op een bed violen...

Nou, komende dagen ben ik dus even uit de lucht; naar verwachting zal ik me maandag weer melden - mits er geen sprake is van kragonderbrekings.

zaterdag 19 januari 2008

Eén zwaluw...




...maakt nog geen zomer, maar bij ons zijn er twee aan de gang! Boven onze voordeur wordt een nestje gemetseld. Het zijn gestreepte zwaluwtjes, ofwel kleinstreepswaels. Volgens het vogelboek moet het een rond nest worden met een tunnel-ingang. De zwaluwtjes vliegen af en aan met snavels vol modder, als de één metselt, houdt de ander de wacht. Ze zijn erg schichtig - zodra er iemand in de buurt komt, scheiden ze ermee uit. Van de week waren hier een paar dagen dakdekkers aan de gang en toen hebben we ze niet gezien. Maar de rust is weergekeerd en de zwaluwtjes ook. Er is vanochtend weer een verse rand modder aangeplakt. Ik heb me in de voortuin onder een struik verscholen en met de telelens foto's gemaakt, maar zelfs van de de 'klik' van het afdrukken vlogen ze al op. Nog geprobeerd om dichterbij te komen (op een stoel op het tuinpad, verscholen onder een bruin camouflage-dekbedovertrek - hopelijk heeft niemand dit gezien) maar de vogeltjes trapten er niet in...
Ben benieuwd of er ook jonkies gaan komen. Voorlopig houden we de voordeur maar dicht - die gebruikten we toch al niet veel.
Groetjes en fijn weekend!
PS: Welke tekst stond er ook weer op Anthony's aankomstkaartje? Psalm 84:4!

vrijdag 18 januari 2008

Loadshedding


En jawel, vandaag waren wij ook aan de beurt. Om 10.00 uur vanmorgen schakelde energiemaatschappij Eskom in Heidelberg en omstreken de stroom uit. Dat gebeurt hier geregeld, omdat de vraag landelijk groter is dan Eskom kan produceren. Een hele regio wordt dan tijdelijk van het stroomnet gehaald. De 'kragonderbreking' duurt gemiddeld twee uur, en dan is een andere regio aan de beurt.
Tot nu toe is ons wijkje (iets buiten Heidelberg) meestal nog buiten schot gebleven en werden vooral grotere steden en dorpen geplaagd. Maar vanochtend wisten ze Heidelberg-Noord ook te vinden en kregen we voor het eerst te maken met 'loadshedding'.
Vandaag is het precies een jaar geleden dat de loadsheddingsperikelen begonnen in Zuid-Afrika. De laatste maanden wordt het wel steeds erger. Eskom heeft jarenlang niet of nauwelijks onderhoud gepleegd of uitgebreid, en nu de economie hard is gegroeid, kunnen ze de vraag naar megawatts niet bijbenen.
De dagelijkse overlast die dit oplevert, is onvoorstelbaar: in hele gebieden vallen stoplichten uit, ziekenhuizen zitten met een kritieke 10 minuten tussen de stroomuitval en het aanslaan van het noodaggregaat (met name lastig tijdens operaties of bij mensen die aan de beademing liggen) en mensen komen te laat op hun werk of kunnen de kinderen niet ophalen uit school omdat het elektronische hek rond hun huis/kantoor niet open kan.
En klein leed is er ook, zoals een handelaar in tropische vissen die wekelijks slachtoffers uit z'n bakken kan scheppen. Hij kan maar beter in noodaggregaten gaan handelen, want dat is nu gouwe business!! Aggregaten zijn niet meer aan te slepen. Ook de handel in kaarsen, zaklampen en stormlantaarns loopt goed. En gaskooktoestelletjes, want hier zijn elektrische fornuizen gangbaar, wat eten koken ook lastig maakt bij loadshedding. Maar het eet wel weer gezellig, zo met de kaarsjes op tafel...
De eerste loadshedding-moppen doen ook al de ronde. Zo loopt er een eenzame man langs het strand bij Kaapstad, als er opeens een zwarte gedaante opdoemt uit de zee. Het is de duivel, die de man komt halen. De man heeft echter geen idee wie hij voor zich heeft en vraagt beleeft naar zijn naam. "Don't you know who I am? I am the Prince of Darkness", antwoordt de duivel. Nu gaat er bij de man een lichtje branden. "Oh, then you must be the CEO of Eskom!"

donderdag 17 januari 2008

Dorus in de dorpskrant



Tja, dat krijg je als je een van de weinige witkopjes bent op een zwarte school... De scholen zijn weer begonnen en dus zijn de lokale huis-aan-huis-bladen bij de scholen langs geweest om de nieuwelingetjes te kieken die voor het eerst naar school gaan. Onze Dorus heeft deze week zowel de Rekord als de Heraut gehaald!!
Groeten!

zondag 13 januari 2008

Door of Hope


Vanochtend zijn we wezen kerken in de Berea Baptist Church, de kerk die in ’99 het Door of Hope-kindertehuis is gestart. Anthony is zijn leven begonnen in één van de drie locaties van Door of Hope.
De kerk is gevestigd in de wijk Berea in downtown Johannesburg. Eén van de baby-opvangtehuizen bevindt zich op het kerkterrein. In de muur tussen de kerk en de straat is een luikje gemaakt, waar moeders-in-nood anoniem hun baby’s kunnen achterlaten (zie foto). Gemiddeld komen er één tot vier kindjes per maand op die manier binnen.

De meeste baby’s worden echter ergens anders te vondeling gelegd. De politie vindt ze bijvoorbeeld in openbare toiletten, parken, leegstaande gebouwen of in het veld.
Daarnaast komen er baby’s binnen via het ziekenhuis. De moeders hebben dan van tevoren al aangegeven dat ze om welke reden dan ook afstand willen doen van het kind. Maandelijks komen er acht tot twaalf babytjes binnen via de politie en het ziekenhuis.

Veel van die kleintjes worden uiteindelijk geadopteerd. En heel veel baby’s zijn vóór hun adoptie opgedragen in de Berea Baptist Church. Voor die babytjes wordt dan in de kerk gebeden. Maar daarna zien de kerkmensen ze eigenlijk nooit meer terug. Het feit dat de Monsen nu langs kwamen met een Door-of-Hope-kereltje was heel bijzonder voor de gemeenteleden: konden ze eens zien wat er van het gebed terecht was gekomen, zogezegd. Al bleek trouwens dat Anthony zelf niet is opgedragen in deze bewuste kerk, zoals wij dachten, maar in een andere baptistenkerk – waar, dat moeten we nog even uitpluizen.

Het was trouwens wel een aparte ervaring, kerken in downtown Jo’burg. Eerst al de rit erheen, alle ramen en deuren van de Benz goed op slot… Vervolgens de dienst zelf, waar wij als Hollandse witkoppen opvielen als vogelpoep op een lijkwagen: naast de dominee waren we de enige blanken in de kerk. (En je kijkt toch om je heen – zou Anthony’s biologische moeder er tussen zitten?) Maar de sfeer was prima en Marcel heeft zelfs al afspraken gemaakt om een jongen van de muziekgroep te gaan helpen met basgitaar spelen. Dus…

Na de kerkdienst heeft de dominee ons het baby-opvangtehuis achter de kerk laten zien. Toch wel heel apart, al die slapende babytjes in precies dezelfde bedjes als waar Anthony in heeft gelegen in zijn tehuis in Glenvista, in Johannesburg-Zuid. Onze Toon zelf had er weinig erg in; hij reageerde er tenminste niet specifiek op. Zou ook wel heel apart zijn als hij zich nog iets zou kunnen herinneren, maar je weet natuurlijk maar nooit.

Het was heel goed en ook wel een beetje emotioneel om een deel van Anthony’s roots te zien. Toon is dan wel niet precies op deze locatie geweest, maar zijn bio-moeder hoogstwaarschijnlijk wel. En het Johannesburg Hospital, waar Anthony is geboren, is daar ook vlak in de buurt. We gaan deze rootsreis nog wel even voortzetten! Wat dat betreft is het een geweldig voorrecht dat we nu hier wonen, en de mogelijkheid en de tijd hebben om er echt in te duiken en alles rustig op een rijtje te zetten.

Na de kerk zijn we nog even doorgereden naar Deon, in Pretoria. Daar hadden de Du Toits een familiedag. Omdat we de laptop hadden meegenomen kon mijn schone moeder nog fijn even skypen met haar Zuid-Afrikaanse neven en nichten. Ik denk dat die nou binnenkort ook een webcam gaat halen…
Groeten,
G.

dinsdag 8 januari 2008


Oei… Laatste berichtje is alweer een week oud, de tijd verstrijkt kennelijk toch sneller dan gedacht. Even een korte update: vandaag de laatste dag van de grote zomervakantie. Margriet en Dorien zijn vanaf half november vrij geweest. Morgen beginnen ze aan een nieuw schooljaar, Margriet (8) in graad (klas) 3 en Dorien (6) in graad 1. Kinderen beginnen hier ruwweg met school in het jaar dat ze 7 worden.

Vanaf morgen gaat Anthony (3) ook officieel naar de kleuterschool. Gisteren en vadaag is hij wezen wennen op ‘Pienkie Ponkie’, een Afrikaanstalige kleuterschool voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Omdat de voertaal Afrikaans is, zitten er alleen maar blanke kindertjes op. Zwarte Afrikanen en Indiërs kiezen steevast voor Engelstalige kleuterscholen. Onze Toon is daarmee de eerste zwarte op Pienkie Ponkie, en hij trok wel bekijks! Allemaal kleutertjes die aan zijn kroeshaartjes wilden voelen. Maar hij integreert snel zat, praat nu al over koeldrank in plaats van limonade, en hij vermaakt zich er prima. Toon gaat straks vijf ochtenden in de week naar ‘school’, van 07.45 tot 13.00 uur, onder schooltijd van de meiden

Op de Engelstalige lagere school van de meiden is de situatie overigens precies andersom: daar zijn de witkopjes in de klas op de vingers van één hand te tellen. De Heidelbergse Afrikaners sturen hun kinderen wel naar Afrikaanstalige lagere scholen.

Ondertussen wacht Marcel nog immer op zijn werkvergunning. Het wordt nu zo onderhand toch ernstig tijd dat er schot in komt. Sinds maandag zijn hier de vakanties officieel weer achter de rug, maar ik weet niet of er voor de ambtenaren van Home Affairs veel verschil zit tussen de vakantieperiode en de reguliere werkweken. Bovendien zijn we geen lid van het ANC en zo’n lidmaatschap helpt wel als je hier iets voorelkaar wilt krijgen… Voor een snelle afwikkeling: allemaal helpen duimen dus!
Groeten,
G.

woensdag 2 januari 2008

Kokstad revisited











We hebben het weer overleefd! De heenweg naar Kokstad, Oud & Nieuw, dagje Margate en drie dagen bij Nigel & Clare Hoffman, en met name de terugweg naar Heidelberg. De oude Benz begon toen toch wel ernstig te stotteren bij het gas geven en op de Van Reenen’s Pas kwam-ie echt niet meer de bult op, maar met een hoop schietgebedjes hebben we het gehaald. Zij het met wat minder vermogen. Waarschijnlijk een vuiltje in de carburateur of zo. Maar we zijn weer thuis!

Zondagmorgen vroeg naar Kokstad afgezakt, dikke 600 km, deels door traditioneel Zulu-gebied (zie foto's). Halverwege telefoontje van Deon: of we de afslag Hilton al waren gepasseerd? Hij belde toevallig precies op het juiste moment, en zo hebben we nog even gezamenlijk een bakkie gedaan in dat dorpje bij Pietermaritzburg waar de Du Toits aan het vakantievieren waren.

Tegen het einde van de middag kwamen we aan bij Ni & Clare, waar we zo aan konden schuiven bij de braai (zie foto’s: Nigel braait, Clare staat aan de tafel.). Bij de Hoffmans ga je niet op bezoek, dat is een soort belevenis die je ondergaat. Nigel & Clare zijn Een Fenomeen. Ze hebben vier kinderen: Sipho (19), Hannah (16), Daniel (14) en Rebecca (11). Daarnaast de huishoudster Tina, en haar kleinzoon Wamke (8, geloof ik), die daar ook altijd rondloopt.
Dan heb je nog de vrienden en vriendinnen van de kinderen die er in de vakantieperiode min of meer permanent binnenvallen/rondhangen/blijven slapen. ’s Ochtends kruipen er uit allerlei hoeken en gaten tieners te voorschijn: Thuso, Terence, A.B. en Allison, om er maar een paar te noemen.
Ach, daar kan de complete familie Mons nog wel bij. Willen jullie blijven slapen? Oké, de meiden kunnen wel samen in het bovenste stapelbed, dan gaan Becks en Hannah samen in het onderste bed, Anthony in Sipho’s bed (sliep toch op het strand met oud&nieuw) en Marcel en Gineke op een slaapbank die even naar Sipho’s kamer wordt versjouwd.
Oh, en daar heb je ook nog Dondré, een graatmager 8-jarig aidspatiëntje uit the Home of Comfort, die er ook een dagje tussen wordt geschoven. Is-tie d'r ook es even uit. En de moeder van Joshua moet vandaag met de jeugd van de kerk uit. Dus komt er nog een blèrend oppaskindje-voor-één-dag bij. Geen probleem.
Euh, wie eten er vanavond allemaal mee? Vijftien, zestien man bij elkaar? Oké, iedereen maakt wat, zet maar op tafel, drinken erbij, wat hebben we nog aan restanten in de koelkast? Clare gooit niks weg qua eten, en verder ook niks: overal ligt zooi, kapotte keukenstoelen, het huis is één grote bende (Tina kan het van d’r leven nooit allemaal bijsloffen) maar alles mag en alles kan, er staat een pooltafel, een tennistafel, een stuk of zes computers en een zwembad. Margriet en Door vonden het één groot paradijs – en als je je op de zooi instelt, is het best te doen, mits je jezelf een beetje weet te redden.
En ondertussen draaien de doktoren Nigel en Clare gewoon hun diensten in het ziekenhuis. Clare draaide spoedeisende hulp in de nacht van oud&nieuw, viel alles mee, maar twee steekpartijen. En als Clare niet werkt ligt ze met alle kinderen schaterlachend te donderjagen in het zwembad. Wat een volk, die Hoffmans – zeldzame chaoten, maar enorm hartelijk, liefdevol, gastvrij en gezellig!!
(Quote van Clare: “Has anybody seen a piece of paper with some numbers on it? It’s rather important… Ah, well, never mind…”)

Op oudjaarsdag zijn we vanuit Kokstad een dagje naar Margate geweest, aan de kust. Daar viert de familie Moloi vakantie: Ivan en Theo (zie foto) en hun dochters Botle en Naledi, de vriendinnetjes van de meiden. Onze buurtjes uit Heidelberg vonden het geweldig dat we langs kwamen. Ze hadden nog wat verlate kerstcadeautjes, oa. een geweldig T-shirt voor Toon (zie foto). Het strand was mooi (beetje te harde wind voor Anthony, die werd gezandstraald) en de middag was heel gezellig.
Alleen voor Dorus liep het heel vervelend af: ze pakte bij het schelpenzoeken een hele venijnige kleine blauwe kwal op uit het water, een bluebottle-jellyfish. Eén van de tentakels zat vastgeslingerd om haar wijsvingertje en dat brandde als de hel. Onze Door heeft wel vreselijke pech, want toen we twee jaar geleden in St.Lucia aan het strand waren, had ze er ook al zo een aan haar been. Marcel had gelukkig de tegenwoordigheid van geest om een stuk van een aloë vera-plant af te breken en dat sap op haar vinger te wrijven. Dat hielp redelijk. De volgende dag was het al zo goed als over.

’s Avonds hebben de jongens in Kokstad vuurwerk afgeschoten dat ze in opdracht van Marcel hadden gekocht. Ze vonden het een heel stoer pakket, maar voor Nederlandse begrippen waren het meer een soort muggenscheten. Ze moesten maar eens naar Arnhem komen voor Oud&Nieuw!

Nieuwjaarsdag hebben we relaxed doorgebracht bij Nigel en Clare. Beetje zwemmen, beetje poolen… ’s Avonds hebben we de kleine Dondré teruggebracht naar het kindertehuis. Het is echter de bedoeling dat hij binnenkort terug gaat naar het township, waar hij bij zijn tante(s) gaat wonen. Die moeten dan wel drie keer naar het ziekenhuis komen om goed te leren hoe ze hem zijn ARV’s moeten toedienen (aidsmedicijnen), en hoe ze het beste kunnen omgaan met de sociale en emotionele aspecten van aids bij een jong kind. Aan Clare de taak om de familie te motiveren en dat leek gelukkig min of meer te lukken. Hopen maar dat het goed komt, want de kleine heeft een CD4-count (maat van afweercellen) van 10 en dat moet eigenlijk minimaal 400 zijn… Hopelijk wordt 2008 een Beter jaar voor Dondré.
De meiden waren ook mee naar het township. Kleine armoedige huisjes, veel (dronken) volk op straat – vooral Margriet was heel erg onder de indruk. Maar het is goed dat ze/we ook in aanraking komt/komen met die kant van de maatschappij.

Vanochtend zijn we via de toeristische Midmar Meander-route weer richting Heidelberg gegaan. Onderweg nog even gestopt bij een geitenkaasboer, en daar een paar heeeeerrrrlijke kaasjes geproefd. Ik zet nog even een paar foto’s op de blog, en dan gaat er een flesje Chardonnay open met een kaasje erbij. Op het nieuwe jaar!!