vrijdag 14 mei 2010

Hoop

"Is het niet heel erg gevááárlijk?" Die vraag krijgen Nederlanders in Zuid-Afrika nogal eens te horen. Want de reputatie van Zuid-Afrika is niet al te best. En inderdaad, áls er wat gebeurt, is het al snel tamelijk gewelddadig.

De gruwelijkheden worden ook breed uitgemeten in de kranten, de Afrikaanstalige Beeld voorop. Als je die als referentiekader gebruikt, ga je vanzelf geloven dat Zuid-Afrika de misdaadhoofdstad van de wereld is. Waarin de slachtoffers altijd blank zijn en de daders meedogenloze zwarte criminelen. Dat vertekent en vernauwt je wereldbeeld op den duur. Afrikaners voeden elkaar ook met bangmaakstories, die die stereotypen bevestigen.

Maar soms kom je een verhaal tegen dat er een haaks licht op werpt. Zo belandde er onlangs een waargebeurd relaas in mijn mailbox van een blanke man die op een vrijdagavond met zijn bejaarde moeder in de auto op pad is. Op de plaats van bestemming wil het automatische toegangshek voor het huis niet open en de zoon stapt uit. Op dat moment springen twee gewapende overvallers te voorschijn. Ze kapen de auto - met moeder en al. Autokapingen zijn in Zuid-Afrika geen onbekend fenomeen en de familie vreest dan ook het ergste voor hun oude moeder.

Maar dan krijgt het verhaal een onverwachte wending. De 70-jarige Afrikaner vrouw slaagt erin een gesprek aan te knopen met een van de jonge zwarte kapers. De jongen kalmeert, hij praat zelfs terug en vertelt haar dat hij een gezin van zes personen moet onderhouden, hij is de enige met een 'inkomen'.
Het slachtoffer geeft aan dat ze al 9 jaar weduwe is en diabetes heeft. 'Als jij me doodmaakt, is het vreselijk, maar ik heb al een heel leven achter de rug. Maar jij moet je hele leven verder met de wetenschap dat je een bejaarde vrouw hebt vermoord.'
De kaper antwoordt dat hij dat niet van plan is. Even later zetten ze de auto stil en helpen ze de vrouw eruit, ze geven haar zelfs haar handtas mee!

De oude tannie staat nu weerloos in het donker in de berm. Het is al laat op de vrijdagavond, in een ongure woonbuurt. Er komen twee zwarte jongemannen aangeslenterd. Maar dwars tegen haar verwachting komen de jongens haar te hulp. Ze geven haar een arm en lopen met haar mee naar het politiebureau. Ze wijken niet van haar zijde tot de familie arriveert.

De gelovige familie, die direct is gaan bidden om bescherming voor hun oude moeder, stuurt dit verhaal rond als een getuigenis van de kracht van het gebed. Maar het verhaal is voor mij net zo zeer een getuigenis van menselijkheid. En van hoop. Een lichtpuntje. Dat het nog best kan goedkomen met deze Regenboognatie.


(Column in De Gelderlander, 8 mei)

Geen opmerkingen: